Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

LUD

betekenis & definitie

1. Een zoon van Sem, Gen. 10 : 22; 1 Kron. 1 : 17.

Het is niet waarschijnlijk, dat zij gelijk hebben, die hier denken aan de Lydiërs, die in Klein-Azië woonden. Anderen denken liever aan het land Loebdi in N.-Mesopotamië. Ook denkt men wel eens aan Assyrische kolonisten in Klein-Azië, van wier afstammelingen de Cappadocische spijkerschriftteksten afkomstig zijn; zie Assyriërs.2. Gen. 10 : 13 komen de Ludieten voor als afstammelingen van Mizraïm, een der zonen van Cham. Zie 1 Kron. 1 : 11; Jer. 46 : 9; vgl. Lud Jes. 66 : 19; Ez. 27 : 10; 30 : 5. Bij deze Ludieten zullen wij wel te denken hebben aan een Afrikaans volk, maar wij weten niet welk. St.Vert. heeft Jer. 46 : 9 en Ez. 27 : 10: Lydiërs. Maar, hoewel meer aan hen gedacht wordt (evenals bij Lud 1), is dit toch niet juist. Ook verdient het geen aanbeveling Lub te lezen, waarmede dan de Libyërs zouden zijn bedoeld.

< >