„verbond”, dat is Kirjath Arba. Onder deze dubbele naam komt deze stad voor Gen. 23 : 2; 35 : 27; Joz. 20 : 7.
Nu wordt Num. 13 : 22 gezegd dat H. gebouwd werd 7 jaar voor Zoan in Egypte. Weten wij nu de ouderdom van dit Zoan? Er is een Egyptisch inschrift uit 1290 v. C., dat gedateerd wordt 400 jaar na de stichting van Zoan. Dan zou deze stad zijn uit 1690 en H. uit 1697 v. C. Maar van Kirjath Arba is reeds sprake in de dagen van Abraham, dus eeuwen vóór die tijd. Men stelt zich het zó voor, dat het oude K.A. gebouwd was aan de Z.zijde van het dal van de Wadi el Chalil en reeds bestond in de tijd van Abraham. Maar H. is aan de N.zijde; daar is ook de spelonk van Machpela. Wij mogen dus het tafereel van Gen. 23, waarbij Abraham die spelonk koopt, zó denken: Te K.A. aan de Z.zijde van de wadi, woonden de Kanaänieten, de zonen Heths. Aan de andere zijde, te Mamré, woonde Abraham: het ligt dus voor de hand, dat hij een graf voor Sara wenst, aan de zijde waar Mamré lag, in de spelonk van Machpela. En om die spelonk vormde zich daarna de nieuwe stad, het tegenwoordige H. In Abrahams dagen lag dus inderdaad hier de spelonk van Machpela „tegenover” H. (nl. K. A., Gen. 23 : 19).Het tegenwoordige H. ligt aan de N.lijke en NO.lijke helling van de Wadi el Chalil. De Arabieren noemen de stad „El Chalil” d. i. de Vriend, omdat Abraham de vriend Gods is genoemd (vgl. Jac. 2 : 23). Het ligt op 927 m boven de zeespiegel en is de hoogste stad in het land ten W. van de Jordaan. De omgeving is een vruchtbare streek. De wijnbergen rondom de stad leveren de voortreffelijke zoete druiven, welke de vurige wijn van H. leveren. Op de hellingen ziet men olijfgaarden en bovendien amandelen, vijgen, abrikozen en noten en tenslotte de sumach-struik, waarvan de schors als looistof gebruikt wordt voor het vervaardigen van de lederen zakken in H. De bewoners der stad leven van landbouw en wijnbouw, handel met de Bedoeienen uit de omgeving en verder wat industrie, nl. vervaardigen van grove tapijten, aardewerk, glaswaren en lederen zakken van geitenvellen. Het aantal inwoners is ca 17.500, waarvan ongeveer 150 Joden en 100 Christenen zijn; de rest zijn (zeer fanatieke) Mohammedanen.
H. is een van de oudste steden der wereld. Abraham sloeg tenten op en woonde aan de eikenbossen van Mamré, die bij H. zijn, Gen. 13 : 18. Hier verscheen hem de Heer, Gen. 18 : 1. In H. is Sara gestorven, Gen. 23 : 2, en begraven in het familiegraf, door Abraham van Efron gekocht, in de dubbele spelonk van Machpela, Gen. 23 : 19. Daar is ook Abraham begraven, Gen. 25 : 9 en 10, en Isaäk, Jakob, Rebekka en Lea, Gen. 49 : 29—32; Gen. 50 : 12 en 13. De verspieders kwamen tot Hebron toe, Num. 13 : 22. Het was bij de intocht een koningsstad, Joz. 12 : 10; de koning Hoham werd door Jozua bij Gibeon geslagen en bij Makkeda opgehangen, Joz. 10 : 1—27. Daarna werd H. ingenomen en verbrand, Joz. 10 : 36, 37. De stad werd aan Kaleb ten erfdeel gegeven, Joz. 14: 6—15. Het was een der 6 vrijsteden, Joz. 20 : 7, en een priesterstad, Joz. 21 : 11. 7 Jaar en 6 maanden was David koning te H., 2 Sam. 2 : 1—4. Te H. in het midden der poort werd Abner gedood, 2 Sam. 3 : 27. Het hoofd van Isboseth werd aldaar begraven, 2 Sam. 4 : 12. De stammen Israëls zalfden er David tot koning, 2 Sam. 5 : 3. Absalom, die hier geboren was, 1 Kron. 3 : 1, plantte daar de vaan des opstands, 2 Sam. 15 : 10. Rehabeam versterkte H., 2 Kron. 11 : 10. Na de ballingschap werd de stad weer bewoond, Neh. 11 : 25. De Edomieten, die tijdens de ballingschap hun gebied tot voorbij H. hadden uitgestrekt, werden door Judas de Maccabeër weer verdreven, 1 Macc. 5 : 62. In de Joodse oorlogen werd H. door de Romeinen veroverd en verwoest. In de Byzantijnse tijd is boven de spelonk van Machpela een basiliek gebouwd. Tijdens de Arabische heerschappij werd de spelonk van Machpela een Mohammedaans heiligdom. Zij noemden de stad El Chalil er Rachman (vriend van de Barmhartige) of kortweg El Chalil.
De vijver van H., waar David de moordenaars van Isboseth liet ophangen, 2 Sam. 4 : 12, is wellicht de tegenwoordige Birket es-Sultan met een omtrek van 40 m en omgeven door gehouwen steenblokken.
Ten N. van H. is de Haram Ramet el-Chalil, het heiligdom van de hoogte van de „Vriend van God” d. i. van Abraham. Daar zijn door dr A. E. Mader voor de Görresgesellschaft belangrijke opgravingen verricht.
Het oude Kirjath Arba zoekt men in de heuvel Er-Roemede; daar bevindt zich binnen een cyclopische muur Der-el-Arba‘in (Hof der veertig) ; daar vond men potscherven uit de bronsperiode en de ijzerperiode, uit de tijd der Israëlieten. Men kent ook kruiken met het stempel „le melek, Hebron”, dat zou kunnen wijzen op koninklijke pottenbakkerijen in H.
