Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

GABBATHA

betekenis & definitie

Als plaats, waar de Rom. stadhouder Pilatus rechtspraak hield, wordt het praetorium, het rechthuis, het gerechtsgebouw genoemd (Matt. 27 : 27, Marc. 15 : 16, Joh. 18 : 28). Joh. 19 : 13 wordt het nog nauwkeuriger beschreven als een plaats voor het praetorium, die in het Grieks Lithostrotos („geplaveid”) in het Aramees G. genoemd werd.

Het woord kan zijn afgeleid van gabbachta = kale plek op het hoofd, of van gabbeta = verhoging, hoogte. G. lag dus bij het Rechthuis, en als men nu het Praetorium weet, kan men ook zeggen waar G. was. De voorstelling van de meeste Roomse geleerden is, dat het Rechthuis was in de Burcht Antonia ten N. van de Tempel. In die Rom. burcht was vanzelfsprekend een bezetting van soldaten. Men heeft het zich zó voorgesteld, dat binnen in de burcht de soldaten op Christus’ hoofd de doornenkroon zetten. In de voorhof aan de N.kant bij de W.lijke ingang meent men dat de plaats is van de oordeelsuitspraak, en verder terug de geseling. Als een getuige van dit alles wijst men op een plaveisel, dat eens G. heette en dat nog te zien is in de kelder van het Griekse hospitium en het klooster van de Zusters van Zion — en als tweede getuige een dubbele poort, de z.g. Ecce-homoboog. — Evenwel is het Rechthuis waar de stadhouders waren tijdens de hoge feesten, niet de Burcht Antonia, maar het Paleis van Herodes de Grote aan de W.zijde van Jeruzalem bij de tegenwoordige Jaffapoort. Want Flavius Josephus schrijft, dat de Rom. procurator Gessius Florus het paleis van Herodes de Grote als residentie had, welk verblijf met een kazerne was verbonden. Voor de ingang aan de kant van de stad hadden rechtshandelingen plaats, waarvoor een hoogte, verhoging (bēma) werd opgericht. Daar had Pilatus dan de rechterstoel (Matt. 27 : 19); daar was G. Gabbatha is dus de plaats ten Z. van de W.rand van de Hizkiavijver, waar Pilatus met het volk en de priesters sprak, Joh. 18 : 29, 38, waar hij Jezus met de doornenkrans aan het volk voorstelde, Joh. 19 : 5, en waar hij zijn oordeel uitsprak, Joh. 19 : 13. Binnen in het paleis werd Jezus gevangen gehouden en bespot, Joh. 19 : 1, en gegeseld, Matt. 27 : 26; Marc. 15 : 15. Hiervan is nog een getuige over nl. één van de 3 torens van het Herodiaans paleis, althans wat de benedenbouw betreft. Er waren nl. 3 torens: Hippicus, Fasaël en Mariamne; één daarvan is er nog. Welke? Tot dusverre zei men meestal Fasaël; thans gelooft men dat het is Hippicus (na de opgravingen van Johns in de binnencour der Citadel bij de Jaffapoort).

< >