1. Assyrisch Poerattoe, Oudperzisch Ufrata, Grieks Eufrates, is de rivier Eufraat, de grootste rivier van Voor-Azië, 2270 km lang.
In de Bijbel wordt deze rivier onder de naam F. genoemd als één van de 4 Paradijsrivieren. Soms wordt de F. aangeduid als de grote rivier, Gen. 15 : 18; Deut. 1 : 7, soms als de rivier, zonder meer, Gen. 31 : 21; 23 : 31. Hier werd de grens van Palestina als ideaal gedacht, Deut. 1 : 7; Joz. 1 : 4; Jes. 27 : 12; Micha 7 : 12; Zach. 9 : 10. Wanneer er sprake is „over gene zijde der rivier”, Joz. 24 : 2, wordt het Tweestromenland bedoeld. Aan de F. lagen verschillende steden, die grote bekendheid verkregen, b.v. Ur, Erech, Nippoer, Babylon, Mari, Dura-Europos, Tifsah, Pethor, Karchemis. Breedte en diepte van de F. is zeer verschillend. In de Oudheid werd het water van de Eufraat ter wille van de bevloeiing der akkers door verschillende gegraven kanalen geleid: daarom spreekt de Psalmist van Babels stromen, Ps. 137 : 1. Eén van die bevloeiingskanalen was de Chebar, Ez. 1 : 1.2. Jer. 13 : 4—7. Hier misschien de Wadi Fara ten NO. van Jeruzalem.