1. Naam van een god van Sefarvaïm.
In 2 Kon. 17 : 31 staat, dat de Sefarvieten hun kinderen met vuur verbrandden voor A. en Anammélech, de goden van Sefarvaïm. Deze Sefarvieten had de konmg van Assur in de steden van het landschap Samaria doen wonen i. p. v. de Israëlieten, 2 Kon. 17 : 24. Nu weten wij niet, waar Sefarvaïm lag. Ook kennen wij tot nu toe geen god A. Deze laatste naam moet misschien gelezen worden Adarmélech en betekent dan: Adar is koning. of: Adar, de koning. Waarschijnlijk is Adar niet een Assyrische of Babylonische, maar een Syrische god, daar de Assyriërs en de Babyloniërs, naar wij weten, geen kinderen offerden. Sefarvaïm kan ten W van de Eufraat, in de buurt van Hamath gelegen hebben. A. kan een Syrische god geweest zijn. Sommigen willen Adadmélech lezen, dus aan de god Adad of Hadad denken. De Phoeniciërs hebben wel een god Adar gekend.2. Naam van een zoon van Sanherib, die in verbintenis met Sarézer, zijn broer zijn vader vermoordde, 2 Kon. 19 : 37, Jes. 37 : 38. Bij Alexander Polyhistor heet deze zoon Ardumuzan, bij Abydenus: Adramelus, bij Flavius Josephus: Andromachus.