In Palestina kwamen geen a. voor. Slechts tweemaal, 1 Kon. 10 : 22; 2 Kron. 9 : 21, worden zjj in de Bijbel genoemd.
De handelsvloot van Salomo, die naar Tarsis (Spanje) voer, bracht o. a. apen mee. Op grond van de Hebr. naam qōph (Gr. kèpos) zullen we te denken hebben aan langstaartige a. uit Abessynië, die in Egypte te koop waren. Het is niet uitgesloten, dat ook in later tijden a. geïmporteerd werden, die dan als huisdieren gehouden werden. De Talmoed spreekt er herhaaldelijk over.