Wat is de betekenis van zwijn(tje)?

2024-04-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

zwijn(tje)

(gestolen) fiets In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft onder meer als voorbeeldzinnen: ‘Hij verklaarde dat ie dien dag van mij een zwijntje had gekiend’ (‘... van mij een fiets had gekocht’) en ‘Ik tippel op een zwijn’ (‘ik ben bezig om een fiets t...

2024-04-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

zwijn(tje)

(< Jidd. asjewijne, weg), fiets, m.n. gestolen of te stelen fiets: Als ze voor ‘het pikken van een zwijntje’ tijdelijk ‘uit logeeren’ gingen, ELSENSOHN 8.

2024-04-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

zwijn(tje)

fiets. Schoep dat zwijn(tje), steel die fiets,