Wat is de betekenis van zwezerik?

Het begrip zwezerik heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zwezerik klaargemaakt als gerecht; ook: stuk of portie zwezerik 2) tussen het borstbeen en de luchtpijp gelegen klier die bij kinderen en jonge zoogdieren nog sterk is ontwikkeld en hormonen produceert die het afweersysteem stimuleren

(1966) (plat) mannelijk lid. 'Zwezer' komt in de 16de eeuw al voor in de betekenis van teelbal. • Ik stak mijn Schwanze* tussen de heerlijke dikke zachte billen in haar, toen ze gefluisterd had in m'n oor: 'Komm in meinen Fotze**, liebling, Komm!' Dat hoefde ... Plat Duits voor lul; pik; piemel; jongeheer; snikkel; piel; zwezerik. (Jan Cremer:...

zwezerik - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) klierachtig, hormoonvormend orgaan ♢ De oude vrouw is onwel geworden van de bedorven zwezerik. Synoniemen [1] thymus

zwezerik - zelfstandig naamwoord uitspraak: zwe-ze-rik 1. klier van een kalf of lam ♢ de zwezerik produceert hormonen die belangrijk zijn voor de afweer van jonge dieren 2. gerecht met als hoofdingrediënt de zwezerik van een kal...

Zwezerik is een klier (= thymusklier) van kalf of lam die alleen bij jonge dieren te vinden is. Het vlees is mals en verfijnd en staat bekend als een echte delicatesse. Het bevat weinig vet. Runder-, lams- en varkenszwezerik komen niet in aanmerking voor culinair gebruik.

Klier boven in de borst, achter het borstbeen, die helpt bij de ontwikkeling van het afweersysteem. Dit orgaan is belangrijk in de eerste levensjaren en wordt kleiner als je volwassen bent. De zwezerik van een kalf wordt door de slager verkocht. Sommige mensen vinden dat het lekkerste en zachtste ‘vlees’ dat er bestaat. Het is natuurlijk geen echt...

borstklier van een kalf

klier in de borstholten, die bij de mens niet tot ontwikkeling komt. Die van kalveren wordt als lekkernij gegeten.

➝ thymus.