zwengel
(17e eeuw) (inf.) mannelijk lid. Reeds in het werk van de 17de eeuwse auteur Salomon van Rusting. Zwengel betekent ook: roede van een stier. Zie ook: zwengelen*. • En denk eraan, geen gesodemieter met die griet hier, of we kunnen je niet gebruiken. Een beetje om d’r doos heen piemelen en als Dave aangeeft dan die zwengel d’rin. (Ja...