m. (-s),
1. wip van een put;
2. arm van een hefboom die men op en neer, heen en weer of in ’t rond moet bewegen om iets in werking te brengen of te houden : de zwengel van een pomp, van een motor;
3. (aan een klok) dwarshout aan welks einde het klokketouw bevestigd is ;
4. zwenghout.