Wat is de betekenis van ZWEETEN?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zweeten

zweeten - Werkwoord 1. verouderde spelling of vorm van zweten van vóór 1946/47

2024-04-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Zweeten

→ Transpireeren.

2024-04-29
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Zweeten

van den Germ. wt. swit, Idg. swid = zweeten.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZWEETEN

ZWEETEN, (zweette, heeft gezweet), vocht uitwasemen, zweet van zich geven: onder de armen zweeten; — bloed zweeten, het zweet is een weinig rood gekleurd van bloed; — (fig.) etter en bloed zweeten, geweldig zweeten en beangst zijn; ik zweet er van, dat kostte mij moeite; — ergens op zweeten, een zeer moeilijken arbeid verrichten...

2024-04-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Zweeten

o.w. - Wordt het eiken hout gezegd te doen. wanneer het vochtig wordt en uitslaat, als dikwijls het geval is op nieuwe schepen, by heet weer. Het zweeten van het hout heeft al onze beschuit bedoren.