zuinigheid
zuinigheid - Zelfstandignaamwoord 1. het zuinig zijn ♢ Waar komt die zuinigheid van jou toch vandaan? Woordherkomst Afgeleid van zuinig met het achtervoegsel -heid Verwante begrippen spaarzaamheid, volkshuishoudkunde
Wiktionary (2019)
zuinigheid - Zelfstandignaamwoord 1. het zuinig zijn ♢ Waar komt die zuinigheid van jou toch vandaan? Woordherkomst Afgeleid van zuinig met het achtervoegsel -heid Verwante begrippen spaarzaamheid, volkshuishoudkunde
Hans Kaldenbach (2007)
In de hele wereld wordt op markten gezegd: ‘Kijke, kijke, niet kopen.’ De marktkooplui zien wie Nederlander is en dat krijgen die dan te horen. Duitsers horen nergens: ‘Gucken, gucken, nicht kaufen’. Engelsen en Amerikanen zouden toch eigenlijk overal: ’Lookie. Lookie, not buijie’ moeten horen. Maar het wordt alleen over Nederlanders gezegd. Zou he...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., het zuinig-zijn, spaarzaamheid ; — zuinigheid die de wijsheid bedriegt, verkeerde zuinigheid; (spr.) zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen ; waar de zuinigheid huishoudt, groeit het spek aan de balk.
M. J. Koenen's (1937)
v. (spaarzaamheid): met zuinigheid huishouden; de zuinigheid bedriegt soms de wijsheid, uit zuinigheid doet men soms domme dingen; verkeerde zuinigheid.
Jozef Verschueren (1930)
('zuinəcheit) v. het zuinig zijn, spaarzaamheid, karigheid : met – te werk gaan; – die de wijsheid bedriegt, verkeerde zuinigheid.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., het zuinig-zijn, spaarzaamheid; (spr.) — met vlijt bouwt huizen als paleizen (of kastelen).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: