Wat is de betekenis van zuiden?

zuiden - Zelfstandignaamwoord 1. (windstreek) een van de windstreek|windstreken, die op landkaarten overeenkomt met de onderkant ♢ In de vakanties trekken veel Belgen en Nederlanders naar het zuiden. Synoniemen zuid Antoniemen noorden Verwante begrippen oosten, weste...

zuiden - zelfstandig naamwoord uitspraak: zui-den 1. gebied dat ligt tegenover de richting van de kompasnaald ♢ we gaan naar het zuiden voor de zon Zelfstandig naamwoord: zui-den het zuiden Synoniemen...

Zie ‘Hemelrichtingen’.

De warme middagzon staat in het zuiden. Uit het zuiden komen warmte en licht. Bent u in de droom in zuidelijke gebieden, dan kunt u tevreden zijn. In uw bewustzijn heersen helderheid en warmte. Uw leven stelt zich in op de middag of de zomer: De middenperiode van het leven wordt positief ondergaan. (Uiteraard geldt bovenstaande voor het Noordelijk...

richting aan de hemel waarin zon en sterren in hun dagelijkse loop het hoogste punt bereiken.

s.n., Suden (it); ten — van, bisuden, súd fan.

...

I. o. (Zuidn. ook m.), 1. hoofdstreek van het kompas, tegenover het Noorden: naar het Zuiden wijzen; een kamer op het Zuiden ; — ten Zuiden, zuidelijk, aan de zuidkant; 2. land, streek, deel v. iets, zuidelijk gelegen van de plaats waar men zich bevindt, aan het zuidelijk einde : het Zuiden van Nederland, van Limburg; &m...

is één der vier hoofdwindstreken. In deze richting bereiken de zon en alle andere hemellichamen hun hoogste stand boven de horizon. Nauwkeurig gedefinieerd is het Zuiden een der punten van de horizon waar deze gesneden wordt door de grote cirkel door het zenith en de hemelpolen, en wel dat punt, dat het verst van de Noordpool verwijde...