Wat is de betekenis van zorglijk?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zorglijk

zorglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. zorg veroorzakend of zorg uitdrukkend. Dat was een zorglijke situatie. Woordherkomst afgeleid van zorg met het achtervoegsel -lijk

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zorglijk

bn. bw. (-er, -st), 1. (thans w.g.) zorg betonend, toegewijd, zorgvuldig : mijn oudste zuster is zeer zorglijk ; — 2. zorg veroorzakend, onrustbarend, gevaarlijk : in zorglijke omstandigheden; de zieke ligt zorglijk ; — meton. : ’t zorglijk leger (Staring).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zorglijk

bn. (zorg veroorzakend): de toestand was zeer zorglijk, onrustbarend; een weduwe in zorglijke omstandigheden achterlaten.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zorglijk

('zorch) bn. en bw. (-er, -st) 1. W. g. zorg betonend, zorgvuldig : een -e moeder. 2. zorg veroorzakend, zeer bedenkelijk : de toestand van de zieke is -. Syn.→: bang.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZORGLIJK

ZORGLIJK, bn. bw. (-er, -st), wat zorg betoont, zorgvuldig: mijne oudste zuster is zeer zorglijk; — zorg veroorzakend, onrustbarend, gevaarlijk; in zorglijke omstandigheden; de zieke ligt zorglijk, is gevaarlijk. ZORGLIJKHEID, v.