zorglijk
zorglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. zorg veroorzakend of zorg uitdrukkend. ♢ Dat was een zorglijke situatie. Woordherkomst afgeleid van zorg met het achtervoegsel -lijk
Wiktionary (2019)
zorglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. zorg veroorzakend of zorg uitdrukkend. ♢ Dat was een zorglijke situatie. Woordherkomst afgeleid van zorg met het achtervoegsel -lijk
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. (thans w.g.) zorg betonend, toegewijd, zorgvuldig : mijn oudste zuster is zeer zorglijk ; — 2. zorg veroorzakend, onrustbarend, gevaarlijk : in zorglijke omstandigheden; de zieke ligt zorglijk ; — meton. : ’t zorglijk leger (Staring).
M. J. Koenen's (1937)
bn. (zorg veroorzakend): de toestand was zeer zorglijk, onrustbarend; een weduwe in zorglijke omstandigheden achterlaten.
Jozef Verschueren (1930)
('zorch) bn. en bw. (-er, -st) 1. W. g. zorg betonend, zorgvuldig : een -e moeder. 2. zorg veroorzakend, zeer bedenkelijk : de toestand van de zieke is -. Syn.→: bang.
J.H. van Dale (1898)
ZORGLIJK, bn. bw. (-er, -st), wat zorg betoont, zorgvuldig: mijne oudste zuster is zeer zorglijk; — zorg veroorzakend, onrustbarend, gevaarlijk; in zorglijke omstandigheden; de zieke ligt zorglijk, is gevaarlijk. ZORGLIJKHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: