Wat is de betekenis van zonneklopper?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zonneklopper

zonaanbidder. iemand die graag en veel in de zon ligt; zonaanbidder. Voorbeelden: Achter elke zandheuvel bevinden zich in badpakken gestoken zonnekloppers die hem slaperig aanstaren bij zijn verschijning. Andreas Roels, Hete zeeprikkels, 1984 Honderdduizenden kleine vliegjes verstoorden gisteren de zonnepret van de vele duize...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zonneklopper

(1909) (Vlaanderen, inf.) iemand die graag veel in de zon ligt. Aanvankelijk had dit woord ook de negatieve connotatie van 'luilak, nietsnut', maar die betekenis is zo goed als verdwenen. • (Callewaert's groot Nederlandsch-Fransch en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaal. 1909) • Terwijl ze aan 't k...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zonneklopper

zonneklopper - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die graag en veel in de zon ligt Woordherkomst samenstelling van zon(zelfstandig naamwoord) en klopper(zelfstandig naamwoord) met het invoegsel -e-

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

zonneklopper

zonaanbidder, levensgenieter Ginder een hele eind verder in de weide lag isengrimus lange tijd gelijk een dode neer, maar als hij zich eindelijk bewoog, kreunend, met de beide handen het wreed geschonden gelaat omvattend, riep corgivaer hem toe: wat blijft ge daar toch liggen en de zonneklopper te vertonen, luilak! sta op, en haast u maa...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zonneklopper

(de, -s) zonnebader, zonaanbidder. Ik ben ook een fervente zonneklopper, maar ga amper onder de zonnebank. Dan ruikt uw huid verbrand. - LN, 23-08-2002. <fig.> leegloper, luilak [die niets anders doet dan in de zon liggen]

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zonneklopper

1. Pers. die niets anders of niets liever doet dan in de zon (te) liggen: zonaanbidder, zonnebader. Als het zomer was, de terrassen vol zonnekloppers, de mannen die profiteerden van vijf minuten wachttijd naar hun trein, DURNEZ z.j. (± 1958), 102. Opvallend was dat, toen de zon er door kwam het strand in een minimum van tijd zwart zag van b...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zonneklopper

m. (-s), (Zuidn.) luilak, iem. die niets doet dan in de zon liggen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zonneklopper

m. zonnekloppers (Z.-N. luilak).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zonneklopper

m. (-s) luilak die niets doet dan in de zon liggen.