Wat is de betekenis van Zoete broodjes bakken?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zoete broodjes bakken

door inschikkelijkheid proberen om bij iemand in de gunst te komen. Voorbeelden: De felle nationalist werd opnieuw een rood-rozige "socialist", die zoete broodjes ging bakken met de hardnekkige communisten die al die tijd, geschaard rond zijn eigen vrouw, hadden overwinterd. De Standaard, 1996

2024-04-26
Lexicon Nederlandstalige gezegden

Wikiquote (2020)

Zoete broodjes bakken

poeslief/erg vriendelijk zijn

2024-04-26
Spreekwoordenboek

Ed van Eeden (2017)

Zoete broodjes bakken

Toen mijn promotie bekend werd, begonnen mijn collega’s ineens zoete broodjes te bakken: de collega’s deden ineens poeslief tegen me.

2024-04-26
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Zoete broodjes bakken

gezegd van iemand die zich eerst over het een of ander sterk heeft uitgelaten, en zich naderhand gedwee en inschikkelijk toont. De eig. bet. is: nadat men iemand iets onaangenaams te slikken heeft gegeven, hem wat lekkers klaar maken om hem weer goed te stemmen; vgl. Mnl. vladebacker, eig. koekebakker, voor vleier. In de 17de e. kleine (d.i. fijne)...

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Zoete broodjes bakken

Men bezigt deze uitdr. wanneer iemand zich eerst over het een of ander sterk uitlaat, en naderhand zich gedwee en inschikkelijk toont (Weiland). De eig. bet. is: nadat men iemand iets onaangenaams te slikken heeft gegeven, hem wat lekkers klaar maken, om hem weer goed te stemmen; uit een ander vaatje tappen; vgl. het mnl. vladebackere, eig....

2024-04-26
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Zoete broodjes bakken

gezegd van iemand die zich eerst over het een of ander sterk heeft uitgelaten, en zich naderhand gedwee en inschikkelijk toont. De eig. bet. is: nadat men iemand iets onaangenaams te slikken heeft gegeven, hem wat lekkers klaar maken om hem weer goed te stemmen; vgl. Mnl. vladebacker, eig. koekebakker, voor vleier. In de 17de e. kleine (d.i. fijne)...