Wat is de betekenis van zodra?

zodra - Voegwoord 1. geeft aan welke gebeurtenis eerst moe(s)t plaatsvinden ♢ Zodra hij vrijgelaten werd, vatte hij zijn criminele loopbaan weer op. Synoniemen zohaast

zodra - voegwoord uitspraak: zo-dra 1. zo gauw als ♢ zodra ik achttien ben, koop ik een auto Voegwoord: zo-dra

- van zodra (dat), zodra dat, zodra. Van zodra de beelden beschikbaar zijn, wil België het wapen tegen roken gebruiken. - DM, 01-03-2003.

1. In de verb. van zodra, zodra dat -, zodra. (Naar fr. aussitôt que, dès que). De volgende dag, van zodra de klas begon, stond op het gezicht van de leraar te lezen dat hij reeds op de hoogte was van het gebeurde, CLAES 1950, 102. Wij moeten, van zodra wij over de drempel van zijn huis stappen, vergeten dat hij een ande...

conj., sadré’t, sa gau’t.

...

ondersch. vw. ter inleiding van voorwaardelijke, tijdaanduidende bijzinnen: zodra ik geld heb, betaal ik u; — [in ik kom zodra mogelijk, zo spoedig mogelijk, heeft men geen vw., maar twee bw.] — niet aan te bevelen is de uitdr. niet zodra..., of, nauwelijks..., of.

1. vgw.: zodra ik klaar ben, ga ik, zo spoedig als; 2. bw.: kom zodra mogelijk.

('dra:) 1. vgw. onmiddellijk nadat: ik weer gezond ben, kom ik; niet had hij het vernomen, of...; als jij komt... 2. bw. zo spoedig als: mogelijk.