Wat is de betekenis van zijtak?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zijtak

m. (-ken), 1.tak die op zijde ontspruit uit een hoofdtak ; 2. zijkanaal; zijrivier ; zijspoor ; 3. zijlinie van een familie : een zijtak der Bourbons.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zijtak

zijtak - Zelfstandignaamwoord 1. een deel van een plant of boom: een tak die ontspringt van de stam of een tak Het vissen begint met het selecteren van een goede tak. Chimps ontdoen de takken eerst van zijtakken voordat ze ermee gaan vissen. De beste algenhengels zijn 70 centimeter lang, maar één man...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zijtak

m. zijtakken (1 bijtak, op zijde van de hoofdtak; 2 zijlinie): 1. een zijtak van een rivier; 2. een zijtak der Hohenzollerns.

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zijtak

stengel, ontsproten uit een centrale as of harttak of uit een zijtak. Het verschil tusschen z. en centrale as is bij veel naaldboomen en bij populieren in den regel zeer duidelijk, iets minder scherp bij kersen, eiken en okkernoten, terwijl bij appels, bessen en rhododendrums veelal geen onderscheid van deze orde is op te merken. Behalve in houding...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zijtak

('zij) m. (-ken) I. Eig. boomtak die op zijde aan een hoofdtak ontspruit. II. Metf. 1. zijrivier. 2. zijspoor, zijlijn. 3. onderverdeling van een familiegeslacht : de der Bourbons.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zijtak

m. (-ken), 1. tak die opzij ontspruit uit een hoofdtak; 2. zijkanaal; rivierarm; zijspoor; 3. zijlinie van een familie.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)