Wat is de betekenis van zegswijs, zegswijze?

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zegswijs, zegswijze

v. zegswijzen (eigenaardige manier van zeggen, spreekwijze; geijkte uitdrukking): een zegswijze, aan het ridderwezen ontleend: een lans voor iem. breken.