zegenrijk
zegenrijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. voorspoed veroorzakend. Woordherkomst samenstelling van zegen en rijk Synoniemen fortuinlijk, gelukkig, voorspoedig, welvarend
Wiktionary (2019)
zegenrijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. voorspoed veroorzakend. Woordherkomst samenstelling van zegen en rijk Synoniemen fortuinlijk, gelukkig, voorspoedig, welvarend
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), veel zegen in zich hebbend of medebrengend, zeer heilzaam: de zegenrijke gevolgen; - zeer voorspoedig, gelukkig: een zegenrijke tijd, een zegenrijk jaar.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (rijk aan zegening): een zegenrijk gevolg, een zegenrijke arbeid, een zegenrijk jaar, gelukkig, voorspoedig; de zegenrijkste gevolgen.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) 1. rijk aan zegening. 2. voorspoedig, gelukkig: een jaar; de -ste gevolgen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), veel zegen in zich hebbend of meebrengend, zeer heilzaam: de zegenrijke gevolgen; zeer voorspoedig, gelukkig: een jaar.
J.H. van Dale (1898)
ZEGENRIJK, bn. (-er, -st), met zegeningen overladen : de zegenrijke gevolgen; voorspoedig, in bloei: een zegenrijke tijd, een zegenrijk jaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: