Wat is de betekenis van zeeziek?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zeeziek

misselijk door het zeevaren. ziek, misselijk door het schommelen en slingeren van een schip dat op zee vaart. Voorbeelden: Lang geleden had ik, bij windkracht negen, ook zo aan dek gestaan van de Harwichboot en was ik, steeds maar nauwlettend die golven bespiedend, niet zeeziek geworden. Maar dit kleine zeilschip bewoog veel heftiger...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zeeziek

zeeziek - Bijvoeglijk naamwoord 1. een misselijk en beroerd gevoel hebbend door ongerelmatige beweging van een schip Toen pas wisten ze dat hij een zeezieke jongen was. Woordherkomst samenstelling van zee en ziek

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zeeziek

zeeziek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: zee-ziek 1. wie last heeft van duizeligheid en misselijkheid door de bewegingen van een boot ♢ tijdens de storm waren de meeste passagiers zeeziek Bijvoeglijk naamwoord: zee-ziek ...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zeeziek

adj., sésiik, séwalgich.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeeziek

bn. (-er, -st), 1. aangetast door zeeziekte ; 2.(oneig.)wee,naar ; — je maakt me zeeziek, je verveelt me geweldig.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zeeziek

bn. (aangetast door de zeeziekte): de passagiers waren zeeziek; fig. iem. zeeziek maken, geweldig vervelen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zeeziek

bn. en bw. (-er, -st) aangetast door de zeeziekte: al de passagiers waren -; je maakt me -, je verveelt me geweldig.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)