Wat is de betekenis van Zamia?

2024-04-30
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Zamia

Zámia L. [C. Linnaeus], - Latinizeering van Gr. zêmia, schade, verlies. - Plinius (zie Plinĭa), de beroemde Romeinsche natuurhistoricus, gaf (Historĭa Naturālis XVI, 44) den naam zamĭa of azanĭae (van Gr. azainein, verdrogen) aan zieke dennekegels, welke, als zij op den boom bleven, ook aan de gezonde schade toebrachten. - De bloeiwijze van...

2024-04-30
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Zāmĭa

ae, f. verlies, schade.

2024-04-30
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Zamia

Zamia - plantengeslacht der Cycadaceeën, met 30 soorten in tropisch en sub-tropisch Amerika. Na verwant aan Dioon, Encephalartos en Macrozamia, heeft Z. met deze veel overeenkomst, doch is in groei-snelheid het traagst. De veelal lage stam draagt een beperkt aantal gevinde bladeren, die achtereenvolgens opgroeien en niet opvallen door grootte. Bij...

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Zamia

plantengeslacht uit de familie Zamiaceae, met ca. 30 soorten knolvormende gewassen met blijvende, geveerde bladeren en kegelvormige bloeiwijzen. De plant is tweehuizig. In kassen gekweekt, b.v. Zamia angustifolia en Z. floridana (Noord-Amerika).