zakkertje
zakkertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zakker
Wiktionary (2019)
zakkertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zakker
Ewoud Sanders (2019)
Zakkertje is in 1697 voor het eerst gevonden, in de Haagsche Mercurius van H. Doedyns: Men heeft nog eenige vreugde over de Vreede alhier gehad, gelyk men wel een zakkertje na de maaltydt neemt. Carolus Tuinman merkte in 1727 op dat het zakkertje, ondanks zijn naam, wel degelijk naar het hoofd stijgt. En J. van Elsland, een dichter die aan het begi...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s). glaasje -sterkedrank (na iets genuttigd te hebben), gewoonlijk afzakkertje genoemd.
J.H. van Dale (1898)
ZAKKERTJE, o. (-s), glaasje sterke drank (na iets genuttigd te hebben), gewoonlijk : afzakkertje.
I.M. Calisch (1864)
Zakkertje, (B. *-N, o. (-s), glaasje, sterke drank (na iets genuttigd te hebben).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: