Wat is de betekenis van Zakkertje?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zakkertje

zakkertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zakker

2024-04-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Zakkertje

Zakkertje is in 1697 voor het eerst gevonden, in de Haagsche Mercurius van H. Doedyns: Men heeft nog eenige vreugde over de Vreede alhier gehad, gelyk men wel een zakkertje na de maaltydt neemt. Carolus Tuinman merkte in 1727 op dat het zakkertje, ondanks zijn naam, wel degelijk naar het hoofd stijgt. En J. van Elsland, een dichter die aan het begi...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zakkertje

o. (-s). glaasje -sterkedrank (na iets genuttigd te hebben), gewoonlijk afzakkertje genoemd.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zakkertje

('zakkərtjə) o. (-s) afzakkertje.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

ZAKKERTJE

ZAKKERTJE, o. (-s), glaasje sterke drank (na iets genuttigd te hebben), gewoonlijk : afzakkertje.

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Zakkertje

Zakkertje, (B. *-N, o. (-s), glaasje, sterke drank (na iets genuttigd te hebben).