Wat is de betekenis van zakelijkheid?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zakelijkheid

zakelijkheid - Zelfstandignaamwoord 1. het zich gedragen zoals dat onder zakenlieden gebruikelijk is, gericht op de zaak ter hand en niet op persoonlijke interactie Zij handelden die netelige kwestie met grote zakelijkheid af. Woordherkomst afgeleid van zakelijk met het achtervoegs...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zakelijkheid

zakelijkheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: za-ke-lijk-heid 1. het zakelijk zijn ♢ met een beetje zakelijkheid kom je verder dan met al die emotie 1. de nieuwe zakelijkheid [kunststijl die wars...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zakelijkheid

v., de eigenschap van zakelijk te zijn, bep. in de bet. 4.; — nieuwe zakelijkheid, aanduiding van een tussen de beide wereldoorlogen gepropageerde en beoefende kunststijl die. wars van alle opsiering, de volle nadruk legde op de inhoud van het kunstgewrocht en op zijn bestemming.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

zakelijkheid

v.: de zakelijkheid van de onderhandelingen.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Zakelijkheid

nieuwe, zie ➝ Nieuwe zakelijkheid.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

zakelijkheid

v. 1. Eig. het zakelijk zijn, inz. (5): een korrekte -. 2. Metn. in : nieuwe -, moderne kunststijl die, wars van alle versiering, alleen bedacht is op de inhoud en de bestemming van het kunstwerk.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

zakelijkheid

v., de eigenschap van zakelijk te zijn; (kunststijl) →nieuwe zakelijkheid.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)