Wat is de betekenis van zagevent?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zagevent

zeurpiet. iemand die altijd iets te klagen of te zeuren heeft; zeurpiet. Voorbeelden: 'Gij pakt uw velo, ge rijdt naar ons Lisa voor uw geld, en ge zegt dat ge niet meer komt. Gedaan. Basta.' 'Jaja, zagevent.' Adèle duwde hem met zachte aandrang naar de keuken. Walter van den Broeck, Een lichtgevoelige j...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zagevent

(1951) (Vlaanderen, inf.) veelprater; zeurkous; zaniker. Het werkwoord 'zagen' in de zin van 'langdradig vertellen, zeuren' komt alleen in Vlaanderen voor en werd vnl. opgetekend in de 19e eeuw (o.a. bij De Bo, Cornelissen en Vervliet, lievevrouw-Coopman, maar ook bij Molema). • Herman is een onuitstaanbare kwezelaar, een hypocriete zagevent g...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zagevent

zagevent - Zelfstandignaamwoord 1. (België) iemand die veel klaagt, zeurt of flauwe grappen maakt Wat zijt ge toch een zagevent!

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

zagevent

zeur, (NL) zeikerd (informeel) Verder moest ze zichzelf maar voorhouden dat ze écht alleen woonde, eindelijk compleet op zichzelf en niet langer afhankelijk van hém, de zagevent. (Geertrui Daem, Het verdeelde huis) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 2 Vlaamsheid: 5

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zagevent

(de, -en) zaniker, zeur, zeurkous. Maar te veel willen praten tegen de jongeren, deugt ook niet. Dan gaan ze je al snel een zagevent vinden, dat werkt dus averechts. - BvL, 10-07-2002. zie zageman.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)