zeurpiet.
iemand die altijd iets te klagen of te zeuren heeft; zeurpiet.
Voorbeelden:
'Gij pakt uw velo, ge rijdt naar ons Lisa voor uw geld, en ge zegt dat ge niet meer komt. Gedaan. Basta.' 'Jaja, zagevent.' Adèle duwde hem met zachte aandrang naar de keuken.
Walter van den Broeck, Een lichtgevoelige jongen, 2001