Wat is de betekenis van zaadje, zaatje?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zaadje, zaatje

(1984) (jeugd) sufferd; zwakkeling; brave sukkel; vergelijkbaar met nerd*. Bijna altijd van toepassing op jongens. Ook in uitdrukkingen: ‘Als je dat niet doet dan ben je het zaatje.’ • Zaadje: zwakkeling. (Kristiaan Laps: Nationaal scheldwoordenboek. 1984) • Zaadje: zwakkeling. (Dries De Bleecker, Piet Thomas & Jozef Van...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

zaadje, zaatje

(jeugdtaal) zwakkeling; brave sukkel; type ribfluwelen broek en bruine schoenen, goed in natuurkunde, vergelijkbaar met nerd. Bijna altijd van toepassing op jongens. Ook in uitdrukkingen: Als je dat niet doet dan ben je het zaatje. Vgl. ook nog: zaadbal; zaadhaas.

Gerelateerde zoekopdrachten