Wat is de betekenis van witje?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

witje

Het begrip witje heeft 2 verschillende betekenissen: 1) witte vlinder. vlinder waarvan de vleugels wit zijn, soms met donkere randen of aders en waarvan de rupsen vaak op allerhande soorten koolplanten te vinden zijn. 2) klein wit voorwerp. klein wit voorwerp. Alleen als ellips voor een constructie met het adjectief wit en een weg...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

witje

1) (1987) (radio/ televisie/theater) korte stilte; geluidspauze. • Witje: kort stukje 'niks'. (Ot Louw: Beeldspraak. Termen uit het film- en videovak. 1987) • Theo is namelijk een van de weinige praatmeesters die niet in zichzelf geïnteresseerd is, maar in zijn gast. Hij laat ook zwijgen toe en lijdt niet aan de praatterreur dat er...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

witje

witje - Zelfstandignaamwoord 1. (vlinders) een vlinder behorende tot een van de soorten van de Pieridae Witjes zijn een vrij gewone verschijning in de Lage Landen.

2024-04-28
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Witje

Witje - slangterm voor een korte geluidspauze. Het ontbreken van beeldsignaal noemt men zwart, het ontbreken van geluidsignaal wit.

2024-04-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

witje

dubbeltje: Baai wie hep je se verkient? Baai de Daufe ... faur twei witjes, SMIS1 215.

2024-04-28
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Witje

Ook: grisaille. Term verwijst naar de i8de-eeuw- se schilder Jacob de Wit, die veel grisailles schilderde.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Witje

o., (Barg.) dubbeltje

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Witje

o. (-s), 1. naam voor een groep van vlinders (Pyridine) waartoe de bij ons meest algemene soorten behoren ; vele zijn wit, andere oranje, bruinrood of grijsblauw ; in ’t bijz. het koolwitje (Pieris brassicae of rapae); klein geaderd witje (P. napi); 2. (volkst.) dubbeltje.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

witje

o. witjes (koolwitje).