Wat is de betekenis van Wip (wipje):?

2025-07-16
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Wip (wipje):

1. een -(je) maken/leggen, geslachtsgemeenschap hebben; eigenlijk ‘op en neer gaan’. Ook wel wippen. Syn. een nummertje maken. Al in het begin van de 18de eeuw gebruikte men het woord wipperij in de bet. ‘coïtus’. ... een stickie geblowd en een wipje gemaakt. (Boudewijn van Houten: De vlucht naar voren, 1988) In de krantenartikelen werden bedragen...