Wat is de betekenis van winkelcentrum?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

winkelcentrum

winkelcentrum - Zelfstandignaamwoord 1. gebied of overdekte galerij waar meerdere winkels en horecazaken zijn gevestigd We gingen een middagje winkelen in het plaatselijk winkelcentrum. Woordherkomst samenstelling van winkel(werkwoord) en centrum Verwante begrippen winkels...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

winkelcentrum

winkelcentrum - zelfstandig naamwoord uitspraak: win-kel-cen-trum 1. aantal winkels bij elkaar ♢ wij gaan altijd winkelen in het winkelcentrum Zelfstandig naamwoord: win-kel-cen-trum het winkelcentrum ...

2024-04-26
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

winkelcentrum

Plaats waar verschillende winkels bij elkaar zijn gevestigd. Zie ook: stadsdeelwinkelcentrum, stadswinkelcentrum, wijkwinkelcentrum, buurtwinkelcentrum.

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

winkelcentrum

winkelcentrum - Concentratie van winkels, markten en dienstverlenende ondernemingen, samen met parkeergelegenheid en vaak gelegen in een buitenwijk.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Winkelcentrum

o. (-tra, -s), concentratie van winkels op een bepaalde plaats. Het planmatige winkelcentrum is een modern bundelingsverschijnsel in de detailhandel, dat aan de volgende eisen voldoet: 1. het geheel der vestigingen vormt in architectonisch opzicht en tegenover de omgeving een zelfstandige eenheid; 2. de vestigingen brengen collectief een assorti...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)