wijbisschop
...
drs. L.A. Beeloo (1981)
hulpbisschop die de bisschop van een diocees bijstaat in het uitoefenen van de wijdingsmacht (toedienen van het vormsel, priesterwijding, inzegenen van kerken), maar hij deelt niet in de bestuursmacht.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
hulpbisschop, wiens taak het is, den bisschop bij te staan in de uitoefening van zijn wijdingsmacht (het toedienen van het → vormsel, van de lagere en hoogere → wijdingen, het consacreeren van kerken enz.), niet in het bestuur van het bisdom.
Winkler Prins (1949)
(R.K.) (Lat. Episcopus auxiliaris), een hulpbisschop, die ondergeschikt is aan de diocesane bisschop en deze bijstaat in de uitoefening van de wijdingsmacht. Bezit in tegenstelling met een bisschop-coadjutor niet het recht van opvolging.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(officieel episcopus auxiliaris: hulpbisschop) is een bisschop, die geen eigen diocees te besturen heeft en voor de eigenlijke bisschop, die zijn taak wegens ouderdom, ziekte of drukke bezigheden tot het bestuur van zijn bisdom moet beperken, de functies, voortvloeiend uit de wijdingsmacht (toediening van het Vormsel, consecratie van kerken,...
M. J. Koenen's (1937)
m. wijbisschoppen (bisschop, door den paus den diocesaan-bisschop toegevoegd als hulp in diens ambt, niet in het bestuur van het bisdom): de wijbisschop doet b.v. de wijdingen; verg. vicaris-generaal.
John Kooy (1933)
i/d R.K. Kerk een hisschop, die niet een diocees bestuurt, maar een besturend bisschop ter zijde staat, hoofdzakelijk v. wijdingshandelingen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat.: episcopus auxiliaris), de bisschop, die in ondergeschiktheid aan den diocesanen bisschop dezen bijstaat in de uitoefening zijner wijdingsmacht en soms ook in het bestuur van het geheele bisdom of een gedeelte daarvan. Soms wordt een w., die in tegenstelling met den → bisschop-coadjutor nooit het recht van opvolging bezit, aangesteld om...
Jozef Verschueren (1930)
m. (-pen) bisschop zonder eigen diocees, de diocesaan bisschop toegevoegd als hulp in diens ambt : de aartsbisschop van Mechelen heeft twee -pen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: