Wat is de betekenis van wielertoerist?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

wielertoerist

iemand die afreist om te fietsen. iemand die ter ontspanning of recreatie afreist naar een bepaalde plaats of een bepaald land om daar te wielrennen of te fietsen, meestal om wat langere tochten te maken. Voorbeelden: Anderen (geoefende fietsers, wielertoeristen) pleiten voor langere routes of combinaties van routes. http://www.fi...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wielertoerist

wielertoerist - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die voor zijn plezier op de fiets lange tochten maakt Woordherkomst samenstelling van wiel en toerist met het invoegsel -er-

2024-04-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Wielertoerist

Wielertoerist - persoon die alleen of in groepsverband grote fietstochten maakt en niet aan competitiesport doet. Vlaamse term voor wat Nederlanders een toerfietser noemen.

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

wielertoerist

(NL) toerfietser Onderzoekers uit Tilburg hebben hierover een dure paper gepubliceerd terwijl ieder die een beetje ogen in zijn hoofd heeft, het fenomeen elke zondag ziet: afgepeigerde wielertoeristen die zichzelf de morele vergunning geven om te recupereren bij een streekbiertje of twee. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaar...

2024-04-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

wielertoerist

wielertoerist: niet-professionele renner die alleen of in groep recreatief de wielersport beoefent; toerist, Ventourist.

2024-04-28
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

wielertoerist

In Vlaanderen gebruikt voor een persoon die alleen of in groepsverband grote fietstochten maakt en niet aan competitiesport doet (al wordt er aan het einde van het seizoen vaak wel een prijs uitgereikt aan degene die de meeste kilometers heeft afgelegd). Nederlanders noemen zo iemand een toerfietser. In het Frans: cyclotouriste. Wilfried Nelissen (...

2024-04-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

wielertoerist

→ wielertoerisme