Wat is de betekenis van welstellend?

2024-04-30
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

welstellend

welgesteld Maar intussen ben je 57, heb je twee kinderen van acht en dertien, en ben je welstellend. Vanwaar die onrust? (De Standaard) In het Frans: 'bien portant'. Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 6

2024-04-30
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

welstellend

(bn.) welgesteld, bemiddeld, gegoed. Is een gemeente rijk of arm omdat haar inwoners - althans voor de belastingen - welstellend of behoeftig zijn? - HN, 08-11-2002.

2024-04-30
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

welstellend

Welgesteld, bemiddeld, gegoed; - ook: welvarend, gezond (en wel). De ruiters zagen er zoo rijk en welstellend uit, VANDEN MAELDERE 1946, 71. Felix is een enige zoon en zijn ouders zijn welstellend, VERMEYEN 1947, 19. Waarom was ze ook getrouwd, de juffrouw? Hij was niet eens welstellend, die mijnheer P. Hij was een vulgair bediende van een vulgai...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

welstellend

bn. (Z.-N. welgesteld, -hebbend).

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten