Wat is de betekenis van welletjes?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

welletjes

(19e eeuw) (inf.) (vaak met irritatie gezegd) meer dan genoeg; voldoende. 'Nu is het welletjes.' • „Daan," zei Gijs Herring, een oogenblik ophoudende en zijn eindje pijp tegen een stuk hout, dat op den haard lag te smeulen, uitkloppende, „wij hebben van dit jaar goede zaken gemaakt. Ik heb daar straks onder het knoopen eens uitgere...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

welletjes

welletjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wel

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

welletjes

bw. (goed, passend, behoorlijk): ’t is zo welletjes, spreekt.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

welletjes

('wellətjəs) bw. goed, behoorlijk : ’t is zo -.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Welletjes

bw., (gemeenz.) wel, nl. geheel voldoende, meer dan genoeg: het is zo welletjes.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WELLETJES

WELLETJES, bw. (gemeenz.) wel: ’t is zoo welletjes.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)