welletjes
(19e eeuw) (inf.) (vaak met irritatie gezegd) meer dan genoeg; voldoende. 'Nu is het welletjes.' • „Daan," zei Gijs Herring, een oogenblik ophoudende en zijn eindje pijp tegen een stuk hout, dat op den haard lag te smeulen, uitkloppende, „wij hebben van dit jaar goede zaken gemaakt. Ik heb daar straks onder het knoopen eens uitgere...