Wat is de betekenis van weekdier?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

weekdier

Het begrip weekdier heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zacht, slijmerig dier. zacht, slijmerig dier dat meestal in zee leeft en vaak een schelp heeft, zoals slakken, schelpdieren en inktvissen. 2) slappeling; zwakkeling. persoon die geen eigen mening lijkt te hebben en weinig voorstelt; iemand zonder ruggengraat; slappeling; sukk...

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

weekdier

(1937) (min.) misselijk, kruiperig persoon; slijmbal. • Jij bent om van te griezelen, weekdier! (Willem van Iependaal: Lord Zeepsop. 1937) • Weekdier: iem. met een slap karakter. (Kristiaan Laps: Nationaal scheldwoordenboek. 1984)

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weekdier

weekdier - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) soort dier zonder innerlijk skelet Woordherkomst samenstelling van week(bijvoeglijk naamwoord) en dier

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

weekdier

misselijk, kruiperig persoon; slijmbal. Jij bent om van te griezelen, weekdier! (Willem van Iependaal, Lord Zeepsop, 1937)