weekdieren
weekdieren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord weekdier
Wiktionary (2019)
weekdieren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord weekdier
Getty Research Institute (1990)
weekdieren - Stam van diverse dieren zoals oesters, mosselen, sint-jakobsschelpen en kokkelschelpen, maar ook naaktslakken, huisjesslakken, nautilussen, inktvissen, pijlinktvissen en octopussen. Weekdieren zitten soms geheel of gedeeltelijk in een schaal van calciumcarbonaat, dat wordt afgescheiden door een zachte laag op het lichaam. Weekdieren vi...
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Mollüsca). Hoofdafdeling van het dierenrijk met zes klassen waarvan in Zeeland vertegenwoordigd: inktvissen, slakken, plaatkieuwigen en keverslakken. Weekdieren behoren tot de ongewervelde dieren. De meeste soorten bezitten een uitwendige schelp, bestaande uit koolzure kalk (CaC03) met enige organische bestanddelen. Bij enkele ligt de schelp...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: