wasser
wasser - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die wast Woordherkomst Naamwoord van handeling van wassen met het achtervoegsel -er Verwante begrippen bleker
Wiktionary (2019)
wasser - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die wast Woordherkomst Naamwoord van handeling van wassen met het achtervoegsel -er Verwante begrippen bleker
Leendert Brouwer (2017)
1. Beroepsnaam bij het werkwoord wassen: - Man die vuil goed wast. - In de wol- en lakenbereiding: degene die door spoelen en wassen de wol ontdoet van onzuiverheden of de lakenbereider die het geweven wollen laken wast om het te vollen. - Daarnaast kan mogelijk rekening gehouden worden met de betekenis wassen: met was bestrijken of doortrekken om...
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
(voor minerale wateren) Wässer, water; rivier, stroom; das Wasser läuft, mir im Munde zusammen, ik watertand; das ist Wasser auf seine Mühle, dat is koren op zijn molen; sein Wasser abschlagen, Wasser schlagen, Wasser lassen, urineren, wateren; einem das Wasser reichen, iem. evenaren, tegen iem. op kunnen; Wasser in den Rhein tragen,...
Jozef Verschueren (1930)
('was) m. (-s) 1. Algm. hij die wast: Jan de is een kluchtpersoon op kinderprenten. 2. Inz. wasbaas, bleker.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: