Wat is de betekenis van VROON?

2024-04-28
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Vroon

v Variant van Frone of verkorting van Veronica (Zuid-Ndl.).

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vroon

o. (vronen), (hist.) 1. viswater dat aan de landsheer behoort; 2. vroonland.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vroon

o. vronen: bezitting, waarop herendiensten rusten, vero.

2024-04-28
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Vroon

Dit woord werd in deMiddeleeuwen gebruikt in samenstellingen met de beteekenis: den heer betreffende. Vroondiensten waren de diensten, welke een hoorige voor zijn heer verrichtte (zie bij Hof). Toen later de verplichtingen werden afgekocht, sprak men van vroongeld. Vroonwater: vischwater van een heerlijkheid. Vroonvisch.In Zeeland heeft vroonland d...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vroon

(vro:n) o. (vronen) Eert. bezitting waarop herendiensten rustten.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vroon

o. (vronen), (hist.) 1. viswater dat aan de landsheer behoort; 2. vroonland.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VROON

VROON - o. (-en), — DIENST, m. (-en), (Nederd. rechtsoudh.) heerendienst, arbeid van den lijfeigene ten dienste van zijn heer; verschuldigde dwangarbeid; —GELD, o. (-en), geld waarvoor men zich van de vroondiensten kon vrijkoopen ; —GOED, o(-eren); —HEER, m. (-en), iem. die recht op vroondienst had ; —LAND, o. (-en), l...