Wat is de betekenis van Vriezen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vriezen

vriezen - Werkwoord 1. (onpr) (meteorologie) het heersen van een temperatuur waarbij water kristalliseert tot ijs Het heeft vannacht flink gevroren. Antoniemen dooien

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vriezen

vriezen - onregelmatig werkwoord uitspraak: vrie-zen 1. de temperatuur is lager dan nul graden ♢ het heeft vannacht 10 graden gevroren 1. het vriest dat het kraakt [het vriest heel hard]...

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Vriezen

het kan het kan dooien, er kan nog van alles gebeuren. Deze uitdr. is wellicht al erg oud. Het was pas twintig over negen. ‘Het kan vriezen en het kan dooien’, zei 20 horizontaal. (Lydia Rood: Buslucht, 1992)

2024-04-26
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Vriezen

Zie: bevriezen

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vriezen

v., frieze, f r e a r, f e r z e n; sterk —, oanpikke, -koekje, -bakke, taknipe; doorbederven, forfrieze; licht —, ripe; het vriest dat het kraakt, it friest dat it klapt, ongelet, it friest hynste-iis; het vriest niet en het dooit niet, it swymt hwat, it is sahwat yn ...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vriezen

(vroor, heeft en is gevroren), 1. (onpers.) het heersen van de toestand waarbij de temperatuur beneden het vriespunt is : het zal gaan vriezen ; het heeft een beetje gevroren : het vriest een steen dik, dat het kraakt, zeer hard ; 2. door de vorst van een vloeibaar in een vast lichaam overgaan : het water vroor tot i...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vriezen

vroor (vroos), heeft (1), is (2, 3) gevroren (-vrozen): 1. zo koud zijn, dat door koude een vloeibaar in een vast lichaam overgaat: het vriest, dat het kraakt; 2. door de vorst in zekere toestand komen: de gracht is dichtgevroren, mijn karaf is stukgevrozen; 3. door vorst ontstaan: er vriezen bloemen op de ruiten.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vriezen

('vri:zən) (vroos, vroor; gevrozen, gevroren) I. (heeft) zo koud zijn dat water enz. van de vloeibare in de vaste toestand overgaat: het heeft vannacht gevroren; het vriest een steen dik, dat het kraakt; het vriest ruig, het rijpt een weinig. ijs. II. (is) 1. door vriezen (I) in zekere toestand komen: de vijver is dicht gevroren; de karaf...