Vorm, m. (-en)
1. attribuut der dingen waardoor zij voor ons op zichzelf waarneembaar of voorstelbaar zijn : concreet is alles wat als vorm of onder een vorm voorstelbaar is; vorm en materie: — vorm geven aan een gedachte, een gevoelen, die in woorden uitdrukken; — uiterlijke gedaante, fatsoen : de aarde heeft de vorm van een sina...