Wat is de betekenis van voorzienigheid?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voorzienigheid

voorzienigheid - Zelfstandignaamwoord 1. de almachtige kracht van een god die zorgt dat alles gebeurt zoals het gebeurt We hebben ons best gedaan maar de rest zullen we toch aan de voorzienigheid moeten overlaten. Woordherkomst afgeleid van voorzienig met het achtervoegsel -h...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voorzienigheid

voorzienigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-zie-nig-heid 1. de invloed van God op de schepping ♢ wij geloven in de voorzienigheid Zelfstandig naamwoord: voor-zie-nig-heid de voorzienigheid

2024-04-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

voorzienigheid

Het geloof in de voorzienigheid is naar christelijke betekenis de overtuiging dat God in zijn alwetendheid alles vooruitziet wat de mensen zullen doen, en dit dienstbaar maakt aan Zijn plannen. Daarom wordt God zelf ook wel de Voorzienigheid genoemd. Het geloof in de voorzienigheid staat in tegenstelling tot het noodlotsgeloof, volgens welk alles w...

2024-04-28
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Voorzienigheid

zie Goddelijke Voorzienigheid.

2024-04-28
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

VOORZIENIGHEID

is in God het eeuwig plan, waarnaar Hij de geschapen werkelijkheid concreet tot de haar gegeven bestemming leidt. Zij is meer dan enkel een voorzien der gebeurtenissen, want de vrije verkiezing van dit plan boven een ander ligt er mede in opgesloten. Gods bedoelen krijgt er gestalte in. Daar Gods plan alles tot in het kleinste detail regelt, kan ni...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voorzienigheid

s., Foarsjennnichheit.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorzienigheid

v., 1. de bezigheid van van te voren te beschikken; thans bep. in toepassing op de voortdurende werking van het Opperwezen op het geschapene, door onderhouding en bestiering: Gods voorzienigheid ; 2. (meton.) de Godheid.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Voorzienigheid

(Lat. providentia), naar Chr. opvatting Gods aanhoudende zorg voor en regering van zijn schepping. De V. sluit toeval en redeloos noodlot uit.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

VOORZIENIGHEID

is een term uit de dogmatische theologie, die bedoelt het geloof aan te duiden, dat God niet alleen de wereld geschapen heeft, maar deze ook verder verzorgt, begeleidt en bestuurt. Het woord is ontleend aan Gen. 22, 8, „de Heer zal voorzien”. Tot de oudste tradities van alle godsdiensten behoort de gedachte, dat er een doorgaand goddeli...