Wat is de betekenis van VOORZIENIG?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voorzienig

voorzienig - Bijvoeglijk naamwoord 1. Woordherkomst Naamwoord van handeling van voorzien met het achtervoegsel -ig

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorzienig

bn., vooruit zorgend, beschikkend; eert. gewoon in titels van magistraatspersonen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voorzienig

bn.; vooruit-zorgend: voorzienige heren, oude briefstijl.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voorzienig

(vo:r'zi:nəch) bn. vooruit zorgend : wijze, ~e oude heren.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOORZIENIG

VOORZIENIG - bn. vooruit zorgend.