voorwaar
voorwaar - Bijwoord 1. inderdaad, wezenlijk, stellig, voorzeker ♢ Ik kan voorwaar uwen bode niet zijn // Want gij zijt groot en ik ben klein ("Rozemarijn" van Kadril) Woordherkomst samenstelling van voor en waar
Wiktionary (2019)
voorwaar - Bijwoord 1. inderdaad, wezenlijk, stellig, voorzeker ♢ Ik kan voorwaar uwen bode niet zijn // Want gij zijt groot en ik ben klein ("Rozemarijn" van Kadril) Woordherkomst samenstelling van voor en waar
Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)
Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, woorden waarmee Jezus een belangrijke uitspraak inleidt; ook schertsend gebruikt. In de bijbel komen we de uitdrukking met tweemaal voorwaar verschillende malen tegen in het evangelie naar Johannes, bijvoorbeeld: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven’ (Johannes 6:47, NBG-vertaling). In het evan...
Van Dale Uitgevers (1950)
bw. van modaliteit om iets sterk te bevestigen, voorzeker, stellig: voorwaar, ik zeg u; dat is voorwaar geen gering bedrag. VOORWAARDE, v. (-n), beding, vooraf gestelde beperkende bepaling, datgene van welks vervulling afhangt of men zich tot iets bereid verklaart, of iets mogelijk is of plaats kan hebben, of die de wijze daarvan bepaalt: ...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: