Wat is de betekenis van volproppen?

volproppen - Werkwoord 1. (ov) overvol maken door er nog iets bij te duwen ♢ De wagen was volgepropt om op verlof te vertrekken. Woordherkomst samenstelling van vol en proppen

volproppen - regelmatig werkwoord uitspraak: vol-prop-pen 1. overvol maken door ergens iets in te duwen ♢ je moet je mond niet zo volproppen Regelmatig werkwoord: vol-prop-pen ik prop vol (... ik volprop)...

(propte vol, heeft volgepropt), overvol maken door het bedoelde of in een bep. genoemde er in te proppen, te duwen : je moet je mond niet zo volproppen ; volgepropte trams ; iets volproppen met —.

propte vol, h.volgepropt: volproppen met.

(propte vol, heeft volgepropt) vol stoppen: zijn mond met...; een volgepropte tram.

(propte vol, heeft volgepropt), geheel en al vullen onder samendrukken.

...

...