volproppen - regelmatig werkwoord
uitspraak: vol-prop-pen
1. overvol maken door ergens iets in te duwen
♢ je moet je mond niet zo volproppen
Regelmatig werkwoord: vol-prop-pen
ik prop vol (... ik volprop)
jij/u propt vol (... jij volpropt)
hij/zij propt vol (... hij volpropt)
wij/zij/jullie proppen vol (... wij volproppen)
ik/jij/u/hij/zij propte vol (... ik volpropte)
wij/zij/jullie propten vol (... wij volpropten)
hij heeft volgepropt
de/het/een volgepropte ....
volproppend, volproppende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk