Wat is de betekenis van volkomen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

volkomen

volkómen - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder dat er iets aan ontbreekt Bestaat er volkomen stilte, of hoor je altijd wel wat, bijvoorbeeld je hartslag?. volkómen - Bijwoord 1. geheel en al Dat was volkomen onaanvaardbaar. volkó...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

volkomen

volkomen - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord uitspraak: vol-ko-men 1. wat ten volle zo is of moet zijn ♢ ik kan alleen werken in volkomen stilte 1. geheel en al, ten volle ♢ Thimo heeft volkomen...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Volkomen

adj. & adv., folslein, alhiel, finael.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

volkomen

bn., bw. (geheel, zonder enig gebrek of voorbehoud): een volkomen klinker, zie scherplang; volkomen vrijheid; een volkomen vergiffenis schenken; dat is volkomen waar, geheel en al; ik ben het volkomen met u eens, ten volle.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

volkomen

(vol'ko:mən) bn. en bw. (–er, –st) 1. geheel : – vrijheid; ik ben het – met u eens; jij hebt – gelijk; dat is – waar. 2. waaraan niets ontbreekt : dat werk is -. Syn. volledig, volmaakt. 3. Taalk. helderlang: een klinker.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Volkomen

bn. en bw. (-st), I. bn., 1. geheel, volledig: u hebt volkomen vrijheid; 2. volmaakt; een volkomen werk, waaraan niets ontbreekt; II. bw., geheel, ten volle: dat is mij volkomen duidelijk.

2024-04-27
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Volkomen

deelw. van ’t Mnl. vulcomen, eig.: tot het doel komen, het doel bereiken; er ontbreekt niets meer aan. — Volledig: de volle (alle) leden hebbende.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)