Wat is de betekenis van VOGELNEST?

(17e eeuw) (sch.) vagina. • Veugelnest. Maagdom. (1663) 'T weder lockt de Ionckheyt buyten, Daer de Nachtegaelen fluyten: ' T voghel-nestjen wort gherooft, Daermen om krauwt dicwils 'thooft. Sterre-Kycker (Maius). (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) • Flamoes, scheur, vagina, koffieboon, opengebarsten vrucht, wonde, flapje,...

vogelnest - Zelfstandignaamwoord 1. bij gymnastiek dat men aan handen en voeten aan de ringen hangt met een holle rug en de buik naar beneden 2. door vogels gemaakte plaats om eieren in te leggen ♢ De Australiërs wilden weten of kleine buideleikelmuizen (Cerceratus nanus) in winterslaap zo’n brand zouden over...

Zie ‘Nest’.

...

o. (-en), 1. nest van een vogel: vogelnesten uithalen; — eetbare vogelnesten, nesten van een klipzwaluwsoort in Oost-lndië welke als een lekkernij door de rijke Chinezen gegeten worden; 2. (plantk., inz. in de verkl.) een in bossen groeiende orchidee (Ncottia nidus avis) waarvan de knollen aan een vogelnestje doen d...

o. vogelnesten (nest van een vogel): vogelnestjes uithalen; (eetbare) vogelnestjes, O.-I. klipzwaluwnestjes; z. salangaan.

→ Nest (1°). Voor eetbare v. zie → Salangaan (s. v.).

('vo:gəl) o. (–en; –je) nest van een vogel : eetbare –en, nesten van klipzwaluwen die als een lekkernij door de rijke Chinezen gebruikt worden.

o. (-en), 1. nest van een vogel: vogelnestjes uithalen; eetbare vogelnestjes, een delicatesse uit de Chinese keuken: klepzwaluwnest vervaardigd uit plantedelen en speeksel; 2. (gymnastiek) hangstand aan de ringen met de voeten erdoorheen.