verwisselen
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
verwisselen - Werkwoord 1. (ov) ~ met twee zaken elkaars plaats in doen nemen ♢ Hij had in de veelkeuzetoets de antwoorden met elkaar verwisseld. Woordherkomst Afgeleid van wisselen met het voorvoegsel ver-.
Muiswerk Educatief (2017)
verwisselen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-wis-se-len 1. het door iets anders vervangen ♢ hij heeft de lekke band verwisseld Regelmatig werkwoord: ver-wis-se-len ik verwissel jij/...
Van Dale Uitgevers (1950)
(verwisselde, heeft en is verwisseld), 1. ten opzichte van elkaar wisselen, het een voor het ander in de plaats stellen of nemen: hij zal het niet verruilen, noch hetzelve verwisselen, een goed voor een kwaad of een kwaad voor een goed (Levit. 27 : 10); van plaats verwisselen, elkanders plaatsen innemen ; boeken tegen schilderijen ve...
M. J. Koenen's (1937)
verwisselde, h. verwisseld (het een voor het ander in de plaats stellen, verruilen): van kleren verwisselen, andere aantrekken; uitvinden en ontdekken kan men niet altijd verwisselen; de slangen verwisselen elk jaar van vel; zij hadden hun paraplu’s verwisseld, bij vergissing de een voor de andere genomen; fig. van kleur verwisselen, tot een...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(verwisselde, heeft en is verwisseld), het een voor het ander in de plaats stellen of nemen, verruilen: van kleur verwisselen, (fig.) een andere partij kiezen; van kleren verwisselen, andere kleren aantrekken; het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, sterven; (meetkunde) verwisselende binnenen buitenhoeken, paarsgewijze gelijke hoeken ter weersz...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: