Wat is de betekenis van verschot?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verschot

verschot - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) pijnscheut, verschietende pijn met name bij spit Sinds die lelijke smak heb ik last van verschotjes. 2. schrik, ontsteltenis Of zou tot ons groot verschot, onze grote ontsteltenis, ons groot verdriet of onze gr...

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

verschot

spit Mensen met pijn in hun onderrug (een 'verschot') worden niet sneller beter als ze die pijnstiller drie keer daags slikken. (De Standaard) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 5

2024-04-27
Praktisch Burgerlijk Procesrecht

J.P.H. Timmermans & N.H.P.G. Sommers (2014)

verschot

Onkosten van de rechtshulpverlener die niet onder honorarium vallen.

2024-04-27
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

verschot

Zie (ook) spit

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

verschot

(het) spit, lumbago. Hij liep bij een bruuske beweging een verschot in de rug op en moest uitgebreid op de massagetafel voor verzorging. - BvL, 30-09-2002. Zie schrik, ontsteltenis, verbazing.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

verschot

1. Plotseling optredende pijn met gedeeltelijke machteloosheid in de lendespieren; spit, (med.) lumbago. Als gij nu flerecijn hebt of het verschot in de rug, zet u dan eens een uurtje met de rug tegen die kachel. Honderd frank als gij uw pijn dan niet kwijt zijt, WALSCHAP 1963, 425. 2. Het schrikken; hevige schrik; ook in verzwakte toep.: ontstelt...

2024-04-27
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

VERSCHOT

Waarborgsom, bij verhuur van saten of losse landen door de huurder aan de verhuurder betaald. Het V. moest de huurder verhinderen het land met een huis te bezwaren of — bij verhuur van land met huis — het huis boven de normale reparaties te verbeteren. Het bezwaren van het land met een huis of het verbeteren van het huis was nadelig voo...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verschot

s.n., forskot (it), forskaet (it), forsjit (it).

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verschot

o. (-ten), 1. verscheidenheid van voorwerpen waaruit men kiezen kan, sortering: een ruim verschot van iets hebben ; 2. voorschot, wat men (voor een ander) uitgeeft of voorschiet; inz. (kleerm.) hetgeen men boven zijn werk voor andere benodigdheden voorschiet : f 15 maakloon en f 10 verschot; 3. (Zuidn.) spit (in de rug).