Wat is de betekenis van verplegen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verplegen

verplegen - Werkwoord 1. (ov) een zieke verzorgen Hij verpleegde zijn vrouw toen zij bedlegerig werd. Woordherkomst Afgeleid van plegen met het voorvoegsel ver-.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verplegen

verplegen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-ple-gen 1. zieken verzorgen ♢ toen hij ziek was heeft zijn vrouw hem thuis verpleegd Regelmatig werkwoord: ver-ple-gen ik verpleeg jij/u v...

2024-04-27
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

verplegen

Zorgen voor een ziek persoon, die dan meestal in bed ligt (bedlegerig is).

2024-04-27
Verpleegkundig woordenboek

Anneke van Schie (2000)

Verplegen

Het beroepsmatig ondersteunen en beïnvloeden van de vermogens van de zorgvrager bij feitelijke of potentiële reacties op gezondheids- en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen en op behandeling of therapie, om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen.

2024-04-27
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Verplegen

In het Duits worden zieken ‘gepflegt’ en gezonden ‘verpflegt’. In het Nederlands kan men slechts zieken ‘plegen’, gezonden daarentegen worden ‘verzorgd’. In toepassing op een leger wordt verplegen dan ook als een germanisme beschouwd. Slechts een enkel woordenboek, nl. Jansonius, heeft deze betekenis...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verplegen

v., forpleegje, oppasse.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verplegen

(verpleegde, heeft verpleegd), zijn zorg wijden aan, voorzien in de behoeften van, verzorgen : een zieke verplegen : dieren verplegen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verplegen

verpleegde, h. verpleegd (verzorgen): een zieke verplegen, een gewonde verplegen.